Skip to content
Connectiviteit Internet

Implementatie van SASE in de praktijk

Secure Access Service Edge (SASE) heeft zich snel ontwikkeld tot een van de belangrijkste architectuurmodellen voor moderne netwerken. Organisaties die overstappen op cloudapplicaties, hybride werkvormen en distributed IT-omgevingen kiezen steeds vaker voor SASE vanwege de combinatie van netwerkoptimalisatie en geavanceerde cloudgebaseerde beveiliging. Ondanks de voordelen is een SASE-implementatie geen standaardproject, het vraagt om zorgvuldige planning, een gefaseerde aanpak en inzicht in de afhankelijkheden tussen netwerk, identiteit, applicaties en beveiliging.

Dit artikel biedt een praktijkgericht stappenplan voor de implementatie van SASE, inclusief aandachtspunten, risico’s en succesfactoren.

Waarom SASE implementeren?

SASE biedt organisaties de mogelijkheid om netwerk en beveiliging te centraliseren, standaardiseren en cloud-native te maken. De belangrijkste drijfveren zijn:

  • Hybride en remote werken: gebruikers moeten overal veilig kunnen verbinden.
  • Cloudadoptie: verkeer loopt steeds minder via het datacenter.
  • Modern threat landscape: Zero Trust en cloudsecurity zijn cruciaal.
  • Complexiteitsreductie: minder legacy hardware, centraal beheer.
  • Schaalbaarheid: sneller nieuwe locaties aansluiten (vast, mobiel, tijdelijk).

Voor omgevingen waar gebruik wordt gemaakt van diverse verbindingstypen, zoals glasvezel, Fixed Wireless Access, 5G, satelliet zoals Starlink, biedt SASE een uniforme manier om verkeer te optimaliseren en te beveiligen.

Een gefaseerde SASE-implementatie

De overstap naar SASE verloopt vrijwel nooit in één keer. Organisaties doorlopen meestal de volgende fasen:

1. Inventarisatie van huidige situatie

Begin met een volledige analyse van:

  • bestaande WAN-architectuur
  • gebruikte verbindingstypen en prestaties
  • huidige beveiligingsstack (VPN, firewalls, proxies, webfilters)
  • identity & access management
  • cloudapplicaties (SaaS, IaaS, PaaS)
  • gebruikersgroepen en locaties

Deze inventarisatie bepaalt de basis voor het migratieplan.

2. Moderniseren van WAN-connectiviteit (SD-WAN)

In veel implementaties start SASE met SD-WAN, omdat:

  • verkeer efficiënt moet worden gerouteerd naar dichtstbijzijnde SASE Points of Presence
  • dynamische prioritering van applicaties nodig is
  • organisaties flexibel willen schakelen tussen verbindingstypen
  • traditionele MPLS-structuren te beperkt of te kostbaar zijn

Dit betekent vaak een mix van vaste en draadloze verbindingen inrichten, bijvoorbeeld glasvezel gecombineerd met FWA of 5G.

3. Introduceren van Zero Trust Network Access (ZTNA)

ZTNA vervangt traditionele VPN’s en vormt het fundament van SASE. De overgang verloopt typisch als volgt:

  1. toekennen van identity-based toegang
  2. koppeling met Identity Providers (bijv. Azure AD, Okta)
  3. toegang beperken tot specifieke applicaties
  4. device posture checks implementeren

ZTNA kan parallel draaien aan bestaande VPN-oplossingen totdat de migratie voltooid is.

4. Uitrollen van cloudgebaseerde beveiligingsdiensten

Hierbij worden traditionele beveiligingstools stapsgewijs vervangen door SASE-diensten:

  • Secure Web Gateway (SWG)
  • Firewall-as-a-Service (FWaaS)
  • CASB voor SaaS-monitoring
  • DNS- en webfiltering
  • DLP-functionaliteiten

Het voordeel: beveiliging wordt dichter bij de gebruiker afgedwongen, ongeacht locatie of apparaat.

5. Centraliseren van beleid

Een SASE-model werkt alleen effectief als beleid centraal wordt gemanaged. Dit omvat:

  • applicatie gebaseerde policies
  • toegangs- en identiteitsregels
  • segmentatiebeleid
  • monitoring en logging
  • compliance vereisten

Door policies wereldwijd via de cloud uit te rollen, ontstaat consistentie.

Aandachtspunten en uitdagingen

1. Identity & Access Management moet foutloos zijn

SASE leunt sterk op identiteit. Als Identity Providers onvoldoende zijn ingericht, ontstaan risico’s zoals:

  • te brede toegang
  • inconsistent beleid
  • ontbrekende MFA
  • foutieve roltoewijzingen

Investeren in een sterke identity foundation is essentieel.

2. Legacy-omgevingen vragen extra migratiestappen

Sommige oudere applicaties zijn niet ontworpen voor ZTNA, API-toegang of cloud-authenticatie. Dit vraagt om workarounds of modernisering.

3. Performance afhankelijkheden

De prestaties van SASE zijn mede afhankelijk van:

  • latency naar de dichtstbijzijnde PoP
  • kwaliteit van WAN-verbindingen (bijv. FWA tijdens piekuren)
  • routing en applicatieprioritering
  • cloud-congestie

Een goede SD-WAN-laag minimaliseert deze risico’s.

4. Gebruikersadoptie

Nieuwe toegangsmethoden vragen om heldere communicatie richting medewerkers. Gebruikers moeten begrijpen waarom ZTNA anders werkt dan een traditionele VPN.

Best practices voor een succesvolle SASE-implementatie

1. Begin klein, schaal snel

Start met een pilotgroep, vaak remote medewerkers, en breid vervolgens uit naar vestigingen en applicaties.

2. Gebruik een gefaseerd migratiemodel

Introduceer ZTNA, SWG en FWaaS in stappen, zodat risico’s worden beperkt.

3. Automatiseer waar mogelijk

Automatische policy-uitrol, identity synchronisatie en prestatie monitoring versnellen de adoptie.

4. Monitor continu

Gebruik telemetrie en analytics om afwijkingen te detecteren en beleid bij te sturen.

5. Evalueer periodiek

SASE is een doorlopend proces. Controleer regelmatig of policies aansluiten bij nieuwe applicaties, gebruikers en bedreigingen.

Conclusie

SASE is geen product dat in één keer wordt uitgerold, maar een strategische transformatie van netwerk en beveiliging. Door gefaseerd te migreren, beleid centraal te beheren en te investeren in identiteit, ontstaat een toekomstbestendige, schaalbare en veilige architectuur. Organisaties profiteren hiervan in cloudgedreven omgevingen, hybride werkmodellen en situaties waar connectiviteit varieert van glasvezel tot 5G en Starlink.

Vergelijkbare artikelen

Connectiviteit IP-VPN
Connectiviteit Ethernet VPN
Connectiviteit IP-VPN
document.addEventListener("scroll", function() { if (window.scrollY > 500) { document.body.classList.add("header-scrolled"); } else { document.body.classList.remove("header-scrolled"); } });